In een kleine tuin heb je vaak te maken met schaduw. Een deel van je tuin kan een groot gedeelte van de dag in de schaduw liggen, of zelfs je hele tuin! Hierdoor zullen niet alle planten goed groeien in je tuin. Maar vergis je niet: ook in de schaduw is er nog heel veel keuze in planten. Van echte schaduwplanten, tot schaduwliefhebbers en planten die zowel in de zon als schaduw gedijen.
Toch is niet elke schaduwplek in de tuin hetzelfde: er zijn verschillende soorten schaduw! Dit is iets om goed rekening mee te houden als je planten kiest.
Als je op een plantkaartje kijkt, dan zie je vaak staan: volle zon, halfschaduw of schaduw. Dat lijkt simpel genoeg, maar in de praktijk valt er meer onderscheid te maken. Voor de planten kan dit een groot verschil betekenen. Niet elke schaduwplant is geschikt voor alles soorten schaduw!
Schaduw veranderd door het jaar heen
Hou er rekening mee dat de schaduw in je tuin veranderd door het jaar heen. De schaduw in het voorjaar kan heel anders zijn dan in de zomer. Niet alleen is de hoek van de zon anders, maar ook bomen met (of juist zonder) blad kunnen een groot verschil maken.
Halfschaduw
Halfschaduw is de term voor plekken in de tuin waar de zon 3 tot 6 uur schijnt per dag. Er zijn ontzettend veel planten die graag halfschaduw hebben als standplaats. Van nature zijn het vaak typische bosrand planten.
Bekende planten voor halfschaduw:
Akelei (Aquilegia), anemoon (Anemone), broodboom (Aucuba), camelia (Camellia), duizendknoop (Persicaria), geitenbaard (Aruncus), Gelderse roos (Viburnum opulus), grootbloemige kornoelje (Cornus kousa), hortensia (Hydrangea), Japanse esdoorn, krentenboompje (Amelanchier), mahonie (Mahonia), Mexicaanse oranjebloesem (Choisya), monnikskap (Aconitum), ooievaarsbek (Geranium), rododendron (Rhododendron), rotsheide (Pieris), Skimmia, sneeuwbal (Viburnum burkwoodii), tulpenboom (Magnolia), vrouwenmantel (Alchemilla), zeeuws knoopje (Astrantia) en zilverkaars (Actanea).
Gevlekte schaduw of lichte schaduw
Onder bomen ontstaat natuurlijk schaduw. Zolang de bomen in blad staan, kan er sprake zijn van diepe schaduw (bij een dicht bladerdek), of lichte schaduw, waarbij het licht door het bladerdek komt. Dit zie je vaak bij bomen met een meer open kroon, een minder dicht bladerdek, of in het voorjaar en najaar, als er minder blad aanwezig is. Deze lichte schaduw wordt ook wel gevlekte schaduw of gefilterde schaduw genoemd. Bij bladverliezende bomen kan je deze plek in de tuin in het voorjaar meestal rekenen tot een zonnige plek. Ideaal voor bijvoorbeeld veel voorjaarsbloeiende bloembollen.
Planten voor gevlekte schaduw:
Voorjaarsbloeiende bloembollen, camelia (Camellia), duizendknoop (Persicaria), Fuchsia, gebroken hartje (Dicentra), hertshooi (Hypericum), hortensia (Hydrangea), Japans berggras (Hakonechloa), Japanse esdoorn (Acer palmatum), mahonie (Mahonia), ooievaarsbek (Geranium), peperboompje (Daphne), schaduwkruid (Pachysandra), schuimbloem (Tiarella), tulpenboom (Magnolia), vingerplant (Fatsia), vleesbes (Sarcococca) en zilverkaars (Actaea).
Diepe schaduw
Onder groenblijvende bomen en struiken vind je diepe schaduw, evenals aan de noordkant van een muur of haag, of de schaduw van hogere gebouwen. Een plek voor de echte schaduwplanten dus! In diepe schaduw is het vaak kouder en kan de grond ook droger zijn.
Planten voor diepe schaduw:
Ajuga (kruipend zenegroen), Asplenium (tongvaren), Bergenia (schoenlappersplant), Dryopteris (varen), Epimedium (elfenbloem), Euphorbia (wolfsmelk), Hedera (klimop), Hosta (hartlelie), mahonie (Mahonia), Liriope (leliegras), Matteuccia (struisvaren), Pulmonaria (longkruid), Schaduwkruid (Pachysandra), Trillium (drieblad) en zegge (Carex).
Droge schaduw
Bij grotere (oudere) bomen en struiken is al snel sprake van erg droge grond. Door hun grote wortelgestel, nemen ze veel van het beschikbare vocht op. Dit noem je droge schaduw. Planten moeten dus zowel tegen de schaduw kunnen, als tegen droogte. Droge schaduw ontstaat ook aan de voet van een muur, overhangende daken en overkappingen.
Planten voor droge schaduw:
Anemone (anemoon en herfstanemoon), Astrantia (zeeuws knoopje), Bergenia (schoenlappersplant), Cyclamen (cyclaam), Dryopteris (varen), Epimedium (elfenbloem), Euphorbia (wolfsmelk), Fatsia (vingerplant), Hedera (klimop), Helleborus (nieskruid), Liriope (leliegras) en Viburnum tinus (groenblijvende sneeuwbal).
Natte schaduw
Je kunt natuurlijk ook een natte plek in de tuin hebben met schaduw. Een plek die vaak voor langere tijd nat blijft. Gelukkig zijn zelfs voor zo’n plek nog voldoende planten om uit te kiezen. Denk maar eens aan grootbladige schaduwplanten en vijver- en oeverplanten.
Planten voor natte schaduw:
Ajuga (kruipoend zenegroen), Arum (Italiaanse aronskelk), Astilbe (pluimspirea), Brunnera (Kaukasisch-vergeet-me-nietje), Darmera (schildblad), Dicentra (gebroken hartje), Erythronium (hondstand), Gunnera (reuzenrabarber), Hosta (hartlelie), Ligularia (kruiskruid), Polygonatum (salomonszegel), Primula (sleutelbloem), Rodgersia (kijkblad), en Trillium (drieblad).
Wat voor schaduw heb jij in de tuin?
En welke planten doen het er goed?