Een kleine tuin kan je veel groter laten lijken, dan deze in werkelijkheid is.
Door het toepassen van een aantal slimme Tuinontwerp tips, voelt de tuin ruimer en oogt deze groter. Het is ook een kwestie van het optimaal benutten van de beperkte ruimte die je hebt.
De hoogte in
Hoe klein je tuin ook is, meestal is er aan hoogte geen gebrek. In een kleine tuin loont het dan ook om verticale oppervlakten te benutten, of juist verticalen toe te voegen.
Denk aan klimplanten tegen de muur of schutting, smalle opgaande struiken, of zelfs een kleinblijvende of zuilvormige boom. Ook kan je plantenbakken bevestigen aan je muur, of raamkozijn. Een pergola geeft ook meteen extra hoogte en vormt een mooi oppervlak voor je favoriete klimplanten.
Minder is meer
De bekende uitspraak “Less is more”, is zeker van toepassing op de kleine tuin. Als er veel verschillende materialen worden gebruikt, of de tuin vol staat met kleine decoraties en ornamenten, dan geeft dit al snel een rommelige indruk. Kies voor een beperkt aantal materialen en herhaal dit in de tuin. Dit geeft rust en ruimte in je tuin.
Tuindecoratie en ornamenten kunnen prima, maar liever niet te veel. Beter één mooi groot ornament (dat bij voorkeur aansluit op de tuinstijl), dan vele kleine en verschillende. Wil je wel heel graag genieten van kleinere decoraties, plaats deze dan eens allemaal bij elkaar. Op die manier creëer je er een aangewezen plek voor.
Ook voor tuinmeubels geldt dat je beter een paar mooie en grotere meubels kunt kiezen, die goed bij elkaar passen. Dit straalt veel meer rust uit dan allemaal kleinere stoelen, bankjes, tafels en zitjes.
Grenzeloos genieten
Een goede manier om de tuin veel groter te laten lijken, is ervoor te zorgen dat de erfgrens niet direct zichtbaar is. Door deze (deels) te verbergen met klimplanten, hagen, bomen en struiken, is niet meteen te herleiden waar de erfgrens loopt en lijkt de tuin groter.
Kies voor een mooie haag als tuinafscheiding naar de buren. Een groene afscheiding komt minder op je af, maakt de tuin optisch ruimer en wordt een onderdeel van je tuin. Dit effect wordt nog eens versterkt, als je dit toepast aan weerskanten van de tuin.
Hier is bijvoorbeeld een lichtgroene (en wat bredere) laurierkers aan een kant geplaatst en een donkergroene en smalle klimophaag aan de andere kant.
Je kunt ook juist de omliggende ruimte, of tuin van je buren betrekken bij je eigen tuin. Accentueer bijvoorbeeld een boom of uitzicht buiten je tuin, door dit als het ware te omlijsten. Bijvoorbeeld met een doorkijkje tussen planten, of door letterlijk een gat in je haag of schutting te maken.
Heb je leuke buren, met een mooie tuin?
Denk er dan eens over na om (een deel van) je haag of schutting laag te houden. In de meeste gevallen is het wel verstandig om dit niet meteen al vanaf het huis te doen. Zo hou je op je terras of vlakbij het huis wel voldoende privacy in je tuin.
Indien je een mogelijkheid hebt om zelf een boompje, klimplant of andere hogere plant achter je schutting te plaatsen (bijvoorbeeld in een aangrenzend groenstrookje, of door een tegel achter de schuur of schutting te verwijderen, dan is dit zeker de moeite waard. Op die manier kan je namelijk hoogte toevoegen net buiten je poort, schutting of haag. Door de hoogte steekt deze plant boven de schutting uit en lijkt je tuin weer langer door te gaan.
Spiegel(ingen)
Nog een manier om de grenzen te vervagen is het plaatsen van spiegels, of reflecterende objecten. Zo lijkt je tuin dubbel zo groot. Dit kan je bijvoorbeeld doen aan het eind van een pad, of als een soort raam in de schutting of op de schuur.
Niet alleen zie je meer groen in de weerspiegeling, maar zo komt er ook extra licht in je tuin. Dit kan zeker wenselijk zijn in kleine donkere (stads)tuintjes. Om de spiegel minder op te laten vallen, kan je bijvoorbeeld een mooie bladplant langs de rand zetten.
Ook water biedt een mooi reflecterend oppervlak.
Denk bijvoorbeeld aan een vijver. Maar wanneer er te weinig ruimte is voor een vijver, zou je ook een mini-vijver kunnen toevoegen. Dat is bijvoorbeeld een sier emmer, dichte plantenbak of teil met water. Deze kan je natuurlijk ook nog leuk beplanten.
Beplanting
Kies planten die in meerdere seizoenen mooi zijn, of meerdere functies hebben. Zo benut je de (beperkte) ruimte optimaal.
Beperk het aantal planten in je tuin. Voor een kleine tuin geldt echt “minder is meer’. Je kunt beter een aantal planten telkens blijven herhalen, dan allemaal verschillende soorten planten met elkaar te combineren. Dit maakt al snel een rommelig geheel.
Ook hogere beplanting is geen probleem in een kleine tuin. Dit geeft meer diepte. Eventueel kan je ook (semi) transparante planten gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan Verbena bonariensis, Stipa gigantea, of Thalictrum, etc.
Schuw niet om een kleinblijvende boom of zuilboom toe te voegen. Een boom geeft hoogte aan de tuin en maakt een tuin interessant. Zeker als de boom in meerdere seizoenen mooi is. Daarbij is een boom vaak ook een toevluchtsoord voor veel dieren, vogels en insecten. Hoewel een boom in een kleine tuin al snel een groot deel van je oppervlak in neemt, voeg je eigenlijk juist extra tuin toe!
Perspectief
Probeer meerdere zitplekken te creëren in je tuin, zodat je de tuin vanuit verschillende perspectieven kan bekijken. Een zitplek hoeft natuurlijk niet perse een grote tafel met stoelen of een ruime loungebank te zijn. Een klein bankje, stoel, of zelfs platte steen of stapelmuurtje kan tevens functioneren als goede zitplaats.
Zorg ervoor dat niet de gehele tuin zichtbaar is. Maak uitkijkjes en doorkijkjes. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld hogere struiken, hagen, of boompjes. Ook als deze semi transparant zijn, lijkt de tuin nog altijd optisch groter.
Deel de tuin op in tuinkamers. Scheid op deze manier verschillende functies van elkaar. Een hoge of dichte afscheiding is niet perse nodig. Ook bijvoorbeeld lage haagjes kunnen hiervoor gebruikt worden. Toch zal zelfs zo’n lage afscheiding de tuin alsnog ruimer laten lijken.
Maak gebruik van zichtlijnen, bij voorkeur vanuit het huis. Dit kan je bijvoorbeeld doen met rijen beplanting, paden, of juist open ruimte. Plaats een object aan het eind van een zichtlijn. Bijvoorbeeld een mooie pot, plant, ornament, of tuinbeeld.
