Het zaaien van je eigen planten is leuk, helemaal niet zo moeilijk en met binnen zaaien kan je lekker vroeg beginnen!
Het is ook een hele goedkope manier voor nieuwe planten in je tuin, want wat kost nu een pakje zaden?
Je kunt zowel binnen voorzaaien, als buiten zaaien (direct) in volle grond. Hieronder een stappenplan om binnen voor te zaaien.
Vanaf wanneer kan je starten met binnen zaaien?
Het voordeel van binnen voorzaaien is dat je al heel vroeg kunt beginnen met het zaaien van je planten voor het komende tuinjaar. Sommige planten kan je al in januari of februari zaaien. Pepers zijn hier een bekend voorbeeld van. De meeste soorten kan je binnen zaaien in maart of april. Tegenwoordig staat eigenlijk op elk pakje zaadjes wel de correcte zaaitijd (vaak voor zowel binnen als buiten).
Wat heb je nodig om binnen voor te zaaien?
- Zaden pakjes (uit de winkel, of misschien heb je zelf al zaden verzameld?).
- Potgrond, of beter nog zaai- en stekgrond (bijv. met vermiculiet of perliet).
- Kweekpotjes en/ of zaaitrays (deze kan je ook zelf maken van wc rollen, krantenpapier, etc.).
- Lage bak met een beetje water en/ of plantenspuit (gebruik liever geen gieter, omdat de waterstraal al snel te krachtig is).
- Labels, etiketten of stekers (en een pen of potlood), zodat je straks ook nog weet wat welke soort is…
- Eventueel een mini kweekkasje (geen noodzaak, maar wel handig).
- Een ruimte voor je kweekpotjes met zaailingen (meestal liever niet een warme vensterbank; beter een lichte maar onverwarmde kamer).
Stappenplan binnen Voorzaaien
Voorbereiding
- Nadat je alle benodigde spullen hebt klaargezet, kan je beginnen met het vullen van een bak met een laagje water.
- Vul je kweekpotjes of zaaitrays met (zaai)grond en druk dit iets aan.
- Plaats al je potjes of zaaitrays in de bak die je al had gevuld met een laagje water en wacht totdat het water goed is opgenomen door de alle grond.
- Maak alvast je labels en stekers klaar door de te zaaien soorten hier op te schrijven. Zo hoef je die straks alleen nog maar in te steken.
Tijd om te zaaien!
- Afhankelijk van hoe groot de zaden zijn, strooi of plaats je enkele zaden in elk kweekpotje of verdeel je deze over de zaaitray.
- Zaai liever enkel zaden dan te veel. Dat scheelt een hoop extra werk.
- Bedek de zaden met een beetje grond en maak het daarna nog een beetje nat met een plantenspuit.
- Plaats je eerder gemaakte labels, etiketten of stekers in de potjes, of schrijf deze nu alsnog.
- Plaats de bak met kweekpotjes of zaaitrays op een lichte en warme plek. Een vensterbank boven een radiator is vaak te warm.
- Geef regelmatig een beetje water, zodat de grond wat vochtig blijft, maar pas op dat deze niet echt nat is. Gebruik bijvoorbeeld de plantenspuit.
Verspenen
- Afhankelijk van het soort plant, verschijnen na enkele dagen tot weken de eerste blaadjes. Dit zijn zogenaamde kiemblaadjes. Gek genoeg hebben deze niet de bladvorm van de plant zelf, maar zijn het altijd hele kleine en simpele blaadjes.
- Als ook de eerste echte bladeren van de gezaaide plant zijn verschenen is het tijd om te verspenen. Dit betekent dat je de zaailingen in een grotere pot overzet.
- Bereid een wat groter potje voor en vul deze met potgrond.
- Maak alvast een gaatje met je vinger, een stokje of steker, waar je straks makkelijk je zaailing in kan plaatsen.
- Het overplaatsen van je zaailingen doe je door deze heel voorzichtig aan een blaadje vast te pakken en deze uit het kweekpotje te trekken. Als het goed is trek je dan het hele plantje, met wortel en al er voorzichtig uit.
- Plaats je zaailing in het grotere potje en druk deze heel voorzichtig wat aan.
- Geef voorzichtig water (mag ook weer met een plantenspuit).
- Plaats je nieuwe pot (terug) op een zo licht mogelijke en warme plek. Nu kan je plantje echt gaan groeien.
- Uiteraard blijf je regelmatig voorzichtig water geven, zodat de grond wat vochtig blijft.
Eindelijk naar buiten
- Als je plantjes aardig gegroeid zijn en het buiten niet meer te koud voor ze is, kan je ze naar buiten brengen.
- Maar het naar buiten brengen doe je nooit ineens: je laat je planten voorzichtig wennen (afharden).
- Plaats je nieuwe planten elke dag wat langer buiten en laat ze zeker niet te snel buiten staan in de nacht. Eventueel kan je nog gebruik maken van een koude kas of koudebak, mocht je die hebben.
- Zodra je planten voorzichtig gewend zijn aan de buitentemperaturen (ongeveer een week) en er geen kans meer is op nachtvorst, kunnen je planten naar hun definitieve plek buiten in je tuin. Nu zullen ze pas echt goed groeien!