Is jouw tuin erg smal?
Of misschien lang en smal?
Een smalle of lange en smalle tuin is erg lastig om in te richten. Een smalle tuin lijkt al snel heel klein en een lange smalle tuin veranderd meestal in een pijpenla. Toch zijn er nog heel wat mogelijkheden voor een smalle tuin. Er zijn namelijk veel tips en trucs om de tuin er heel anders uit te laten zien.
Deze Tuinontwerp Tips laten je smalle tuin breder lijken
en praktischer in het gebruik
- Verdeel de tuin in tuinkamers of (open) ruimtes. Zo onderbreek je het zicht naar achter.
- Geef elke ruimte een aparte functie. Dit maakt de tuin praktischer in gebruik, maar resulteert ook in verschillende bestemmingen binnen de tuin.
- Scheid de verschillende ruimtes of tuinkamers niet volledig af met hoge muren, schuttingen, of hagen. Een lage of halfhoge, of zelfs onderbroken afscheiding werkt vaak veel beter en is voldoende om de verschillende zones te scheiden.
- Gebruik voor een hogere afscheiding (semi) transparante materialen. Bijvoorbeeld een boom of struik met een luchtig of transparant karakter, een doorzichtige trellis, of een gaashek met een mooie klimplant.
- Kies liever niet voor een lang aaneengesloten pad, maar laat elk pad bijvoorbeeld eindigen bij de volgende tuinkamer en begin daarna een nieuw pad. Het is daarbij juist mooi als dit pad niet in het verlengde ligt van het eerste, of zelfs op de andere kant begint.
- Gebruik cirkels en driehoeken om als basisvormen in het tuinontwerp, om te zorgen voor optisch meer breedte.
- Ook een diagonale lijn in het ontwerp zorgt ervoor dat het gevoel van breedte ontstaat.
- Zorg ervoor dat niet de hele tuin zichtbaar is vanuit elke plek. Werk bijvoorbeeld met hagen, siergrassen, of trellis en sier hekwerk.
- Hoogteverschillen kunnen een waardevolle toevoeging zijn voor een smalle tuin. Ook een beperkt hoogteverschil maakt een tuin al snel interessanter en draagt ook bij aan de scheiding van verschillende gebruiksruimtes.
- Met belichting is ook mooie dieptewerking te realiseren in de avonden. En je kunt natuurlijk langer gebruik maken van je tuin. Let wel op dat je verlichting niet te veel omhoog richt en ook voldoende plekjes in de tuin donkerder laat voor dieren die jouw tuin bezoeken in de nacht.
- Voorkom dat de erfgrens direct zichtbaar is. Door deze (deels) te verbergen met klimplanten, hagen, bomen en struiken, is niet meteen te herleiden waar de erfgrens loopt en lijkt de tuin breder.
- Bedenk op welke plekken meer privacy nodig is. Door alleen op die plekken meer hoogte te gebruiken in beplanting of de afscheiding, voorkom je dat je veel zonlicht weghoudt en de tuin te besloten maakt.
- Betrek de tuin van je buren bij je eigen tuin. Accentueer bijvoorbeeld een boom of uitzicht buiten je tuin, door dit als het ware te omlijsten. Bijvoorbeeld met een doorkijkje tussen planten, of door letterlijk een gat in je haag of schutting te maken.
- Hou een deel van) je haag of schutting laag. In de meeste gevallen is het wel verstandig om dit niet meteen al vanaf het huis te doen. Zo hou je op je terras of vlakbij het huis wel voldoende privacy in je tuin.
- Plaats een spiegel, of reflecterende objecten. Zo lijkt je tuin dubbel zo groot. Dit kan je bijvoorbeeld doen aan het eind van een pad, of als een soort raam in de schutting of op de schuur.
- Met zo’n weerspiegeling geniet je van dubbel zoveel groen en er komt extra licht in je tuin. Dit kan zeker wenselijk zijn in kleine donkere en smalle (stads)tuinen. Om de spiegel minder op te laten vallen, kan je bijvoorbeeld een mooie bladplant langs de rand zetten.
- Verf de schutting in een lichte kleur, of gebruik lichte kleuren voor de afscheiding, of muren. Niet alleen vergroot dit je tuin gevoelsmatig, maar het zorgt ook voor meer licht in een smalle tuin.
- Maak zitjes op verschillende plekken in de tuin. Bij voorkeur zodat je op verschillende momenten van de dag ergens in de zon kunt zitten (of juist in de schaduw natuurlijk).
- Maak optimaal gebruik van de beperkte ruimte, door ook vast meubilair toe te voegen aan de tuin. Bijvoorbeeld een zitje op de rand van een verhoogde border.
- Maak je (hoofd)terras niet te klein. Hoe gek het misschien ook klinkt, als je alle ruimte kunt gebruiken, krijg je er zeker spijt van als je terras telkens te klein blijkt.
- Natuurlijk hoeft je terras niet volledig uit tegels of vlonder te bestaan, maar kan je ook een stuk van je terras open laten om te beplanten met lage beplanting, of (beloopbare) bodembedekkers.
Beplanting voor een smalle tuin
- Kies voor een mooie haag als tuinafscheiding naar de buren. Een groene afscheiding komt minder op je af, maakt de tuin optisch ruimer en wordt een onderdeel van je tuin.
- In een smalle tuin kies je beter niet voor een te hoge haag.
- Wil je aan weerskanten van de tuin een groene haag, zorg dan voor (tenminste) twee verschillende soorten haagplanten, duidelijk verschillende bladkleuren, of verschil in hoogte.
- Een gazon is vaak niet ideaal in een smalle tuin. Vaak moet dit ook als pad dienen, wegens gebrek aan ruimte, waardoor het gazon al snel modderig wordt in het najaar en de winter.
- Ook is er vaak te weinig licht in een smalle tuin voor het gazon, om goed te kunnen groeien.
- Wil je toch graag een gazon in de tuin, of is dit er al? Denk er dan eens aan om dit in ieder geval niet in een rechte vorm te houden. Creëer bijvoorbeeld vloeiende vormen. Dit maakt de tuin al snel een stuk leuker om naar te kijken.
- De rand van je gazon dubbelt meestal als borderrand. Dus met vloeiende lijnen van je gazon, krijgt ook je border een mooie vorm.
- Wissel de hoogtes van beplanting af in je borders, zodat je niet alleen van laag naar hoog werkt. Dit benadrukt namelijk juist het beeld van een smalle tuin.
- Gebruik hogere vaste planten met een transparante groei, zoals Verbena bonariensis, Thalictrum delavayi, Miscanthus sinensis, etc.
- Benut verticale oppervlakten om te beplanten. Denk bijvoorbeeld aan klimplanten tegen de schutting, hogere struiken en kleine bomen, zuilbomen, of leibomen.
- Plaats niet te veel planten met stekels, doornen, of scherpe punten. In een smalle tuin heb je hier al snel last van. Zeker als je deze ook nog eens dicht bij een pad of terras plant.
- Subtiel gebruik van kleurcontrasten in de beplanting, laten de tuin ook groter en breder lijken. Plaats bijvoorbeeld planten met een lichtere bloeikleur, of lichter blad aan de buitenrand.