Als jij je tuin als “klein” bestempelt, is dat vaak een teken dat je meer wensen hebt dan ruimte. Je wilt kunnen borrelen met vrienden, barbecueën én speelruimte voor de kids en – oja- het moet er ook nog mooi uit zien. Het belangrijkste bij een kleine tuin is dat je qua functionaliteiten keuzes maakt. Niet alles past, wat is voor jou het belangrijkste?
Het groene geraamte heb je gemaakt, met hulp van het vorige artikel: Ga voor zoveel mogelijk groen in een kleine tuin. Nu gaan we zorgen voor zo veel mogelijk bloemen!
In dit blogartikel geeft Lianne Groeneveld (Vergroenster) praktische tips om jouw kleine tuin te vergroenen. En groen met veel bloemen is nóg leuker!
Begrijp de natuur
Planten zijn ontzettend slim. In de natuur is onder bomen veel schaduw. De planten die daaronder groeien zorgen dus dat ze héél vroeg bloemen hebben, vóórdat de bomen in blad komen. Daarom bloeien veel schaduwplanten in de lente. Er zijn ook schaduwplanten die juist in de herfst bloeien, zo proberen ze nog net wat extra daglicht te vangen nadat het blad van de boom gevallen is.
Pas dit toe
Tuinier met de natuur mee en maak hier gebruik van. Zelfs een tuin op het zuiden heeft een schaduwplek. Geen straf maar een geluk! Op de schaduwplekken zorg je dus voor bloemen die heel vroeg of laat bloeien. En dat vul je aan met de zomerbloeiers. Veel zomerbloeiers willen zon, dus die komen op de zonnigste plekken. Voor een knaleffect plant je minstens één winterbloeiende plant, struik of boom.
Lange bloeibasis
Er zijn een paar hele leuke tuinplanten die ontzettend lang bloeien en ook nog wat doen voor insecten. Zo zijn muskuskaasjeskruid (Malva moschata) en wilde oregano (Origanum vulgare) toppers voor in de zon die ook veel doen voor insecten. Een lagere lange bloeier is de muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus). Deze soorten zaaien zich lekker uit, laat ze maar gaan. Ze worden ook niet heel oud, zo houden ze zichzelf in stand, fris en jong. Heb je er te veel in je kleine tuin, doe de zaailingen in een potje en geef ze cadeau aan vrienden of familie.
Combineer
Combineer een lange bloeibasis met de vroege (lente) en late (herfst) bloei, voor een hele lange bloeiboog. Vul dit aan met bloembollen. Bloembollen zijn ideaal in een kleine tuin, omdat ze weinig ruimte innemen. Je plant ze gewoon tussen je andere tuinplanten. Vergeet de klassieke tulp, die heeft na de bloei lang lelijk blad. Daar heb je in een kleine tuin geen ruimte voor. Kies sieruien voor late bloei (mei/juni) en kleine soorten zoals krokus, sneeuwroem (Chionodoxa) en sterhyacint (Scilla) voor hele vroege bloei (februari tot april). Plant de bloembollen, zeker de kleine soorten, op een plek die je vanuit je raam goed kunt zien voor veel plezier op koude dagen.
Eenheid
En nu komt dé truc. Lijm! Je bent helemaal losgegaan en hebt allerlei bloemen in de tuin maar het is een kakafonie. Voeg siergrassen toe voor eenheid. Siergassen vormen een hele rustige basis die allerlei bloemen als één geheel aan elkaar kunnen plakken.
Geniet van je bloemrijke tuin!
Lianne Groeneveld van Vergroenster ontwerpt natuurrijke tuinen en beplantingsplannen. Met haar achtergrond als ecologisch tuinontwerper geeft ze praktische adviezen over het vergroenen van de (bedrijfs)tuin. Ze is lid van Wilde Weelde, een vakvereniging met bedrijven die milieubewust werken aan een natuurrijke omgeving.
Lianne vindt het heerlijk om te schrijven en deelt graag haar kennis om de natuur nóg beter te helpen. Ze leert je graag hoe je met weinig werk een tuin creëert die interessant is voor bijen, vlinders, vogels en andere dieren. Een tuin vol leven.