Iris Veltman van Iris’ Garden Ecology is een ervaren ecologisch tuinierster en schrijft regelmatig artikelen over ecologisch tuinieren en een duurzame tuin. Natuurlijk op haar eigen tuinblog, maar ook regelmatig voor bekende Nederlandse tuinmagazines. Ze deelt graag haar kennis en ervaring, zodat we samen kunnen werken aan groenere tuinen die aantrekkelijk zijn voor mens en dier.
Ecologisch tuinieren is niet moeilijk, het scheelt zelfs veel onderhoud. Hoe?
Misschien is het makkelijker (maar in ieder geval leuker) om dit te laten zien aan de hand van een tekening:
Twee dagen onderhoud per jaar
Ik zeg het vaker: ik heb eigenlijk maar twee dagen in het jaar echt onderhoud aan mijn tuin. Snoeien, 1 dag voor voor en 1 dag voor achter. Verder heb ik een pad waar ik het onkruid uit moet halen en dat was het wel. Mijn tuin kost dus heel weinig werk. Hoewel mijn buurman (met zijn tegeltuin) denkt dat hij minder werk heeft, want ik rommel steeds in mijn tuin. Tja, hij verwart uit-verveling-steeds-weer-nieuwe-planten-aanschaffen-en-daar-plekjes-voor-zoeken met werk…
Onderhoud in een conventionele tuin
Wat doe je bij, ik noem het even ‘conventioneel’ tuinieren aan onderhoud? Je bemest. Meerdere keren per jaar meestal, met kunstmest want dat werkt snel. Je planten worden aangevreten door allerlei lastige beestjes, dus grijp je naar insecticiden en slakkenkorrels. De bodem hou je vrij van onkruid en (meestal) planten, je wiedt of besproeit wat er ongewild opkomt van maart tot en met oktober. Al het groen wat je weghaalt, haal je netjes uit de border. En dan, aan het begin van de winter, knip je alles af, wat met een beetje geluk naar de compostbak gaat, maar meestal naar in de GFT. Je veegt de bladeren van de terrassen en harkt alles uit de borders bij elkaar en gooit dat ook in de kliko. Zo, opgeruimd staat netjes! Totdat de zon weer gaat schijnen en de eerste bladluizen de jonge blaadjes weer en masse aanvallen…
Zelf vind ik conventioneel tuinieren, of ecologisch tuinieren op een conventionele wijze (kan ook, ik heb het ooit geprobeerd), zeer vermoeiend werk. Je loopt echt achter de feiten aan! En dus valt er steeds weer iets nieuws te doen. Het is ook veel werk, een stuk natuur vrijhouden van natuur :-p
Conventioneel vs ecologisch tuinieren
Door de natuurlijke processen juist te benutten, is tuinieren een stuk minder vermoeiend en veel minder werk. Ik leg dit graag uit met nog een tekening. Alle rode pijlen laten óns werk zien. Alle oranje de natuurlijke processen. Wat is nou het grote verschil hier?
Bemesting
Ten eerste: bemesting. Kunstmest lost snel op, waardoor het snel beschikbaar is voor planten. Omdat die planten weinig werk hoeven te doen voor hun eten, maken ze minder wortelmassa aan. Maar omdat die kunstmest zo snel oplost, komt het dus in het water in de grond terecht. Met een regenbui spoelt dat snel uit. Sowieso spoelt een deel uit, omdat de plantwortels zo snel niet alles op kunnen pakken en zeker niet als die wortels ‘gepamperd’ zijn.
Kunstmest beperkt ook de groei van nuttige bodemorganismen, omdat het voor hen toxisch is en omdat er gewoonweg weinig te doen valt voor ze. Je neemt ze het werk uit handen (wat jou werk oplevert). Terwijl bodemorganismen er ook voor zorgen dat voedingsstoffen beter vastgehouden worden en terug bij de plant komen. Dus: veel bemesten, maar ook een groot verlies aan voedingsstoffen.
Bodembedekking
Ten tweede: de onbedekte bodem. Wat een werk, steeds onkruid wieden of schoffelen! Kale grond wil nou eenmaal begroeid worden, dus als wij het niet doen, dan doen planten dat spontaan voor ons. Willen we dat niet, dan gaat dat werk kosten, steeds weer opnieuw.
Een onbedekte bodem zorgt er daarnaast ook weer voor dat er meer voedingsstoffen kwijtraken. Want nóg een (belangrijk) verlies aan voedingsstoffen treedt op door het snoeiafval en de gewiede planten in de GFT te gooien. Die plantdelen hebben immers voeding opgenomen uit de bodem en zo verdwijnt dat weer. De onbedekte bodem staat ook bloot aan het weer, waardoor sneller erosie optreedt. En bij erosie verdwijnen voedingsstoffen uit de bodem.
Beestjes
Ten derde: beestjes. Planten+beestjes. Ze horen bij elkaar. Zet een plant neer en er komen dus beestjes. Period. Wil je die niet, dan zul je steeds weer moeten ingrijpen. En dat kan zelfs wekelijks nodig zijn. Maar door steeds in te grijpen, valt er niets te eten voor roofdieren (denk amfibieën, lieveheersbeestjes, roofwespen, gaasvliegen, spinnen, egels, vogels, enzovoorts). Die zullen dus ook niet blijven hangen en dus moet je het zelf blíjven doen.
Tuinieren mét de natuur
Dus: waarom is tuinieren mét natuur dan tijdbesparend? Wat dieren betreft: het is even eng, wennen en geduld hebben, maar door niet direct in te grijpen, geef je roofdieren de kans ‘to rise to the occasion‘, oftewel hen het in toom houden over te laten nemen. Dat kan wat vraatschade of bladluis-rijke planten geven, vooral in het begin. Maar de meeste planten kunnen daar prima tegen.
Toen ik begon zaten al mijn planten al snel onder bladluis en dan bedoel ik ook echt ónder. Het was even slikken, maar na twee weken van niet-ingrijpen (wel observeren) was ik ze ineens kwijt. Nergens meer bladluis te zien. Eindelijk vond ik nog een plukje ergens en wat zag ik: meerdere lieveheersbeestjeslarven zaten er al bij, klaar op ze op te peuzelen. Sindsdien, geen probleem meer. Af en toe een kleine uitbraak, die dan ook weer snel verholpen is.
Bedek de bodem
En wat doe ik dan wel? Ik doe de ‘chop-‘n-drop’, wat betekent dat ik alles wat ik van mijn planten snoei er weer direct tussen op de bodem leg. Scheelt ook weer sjouw- en stouwwerk Ik bedek daarmee de bodem, waar het wordt gebruikt als beschutting door allerlei roofdieren en de resten (mulch) wordt opgepeuzeld door nuttige bodemorganismen, waardoor de voedingsstoffen weer langzaam bij de plant terecht komen. Die plant maakt een groter wortelstelsel aan, waardoor minder voeding weg kan spoelen.
Na enkele jaren ontstaat er een humuslaag, die samen met de mulchlaag de bodemkwaliteit verbetert en een voedselvoorraad biedt voor bodemleven en planten. Diertjes poepen, gaan erin dood en geven hun voedingsstoffen terug.
Bodembedekkende planten houden de bodem grotendeels onkruidvrij en zorgen voor meer wortels die voeding in het systeem kunnen vasthouden. En zo wordt de uitspoeling van voedingsstoffen sterk beperkt. Eigenlijk bemest het systeem zichzelf dus, grotendeels.
Organische mest?
Organische mest toevoegen kan de voedselrijkheid sneller verbeteren, maar hoeft niet per se. Zelf gebruik ik vooral mijn keukencompost gewoonweg omdat ik het heb, als een extraatje, wanneer het klaar is. Maar meer dan eens per jaar zou overkill zijn.
Heel simpel dus…
Het is dus eigenlijk heel erg simpel. Ecologisch tuinieren is alleen veel werk als je vervolgens van verveling weer expres nieuwe dingen gaat bedenken…
Dit artikel en de gebruikte afbeeldingen zijn geplaatst met toestemming van Iris Veltman en is eerder verschenen op IrisGardenEcology.com